Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En nu, gij priesters! tot u wordt [1]dit gebod [[2]gezonden]; 1. Te weten, het gebod van den godsdienst in ere te houden, en de misbruiken te verbeteren, die daar ingekropen waren, waarvan hoofdstuk 1 gesproken is. 2. Dit woord is hier bijgevoegd uit vers 4, om den zin te volmaken.